Visie

De Euregio Scheldemond wil “een toonaangevende, dynamische regio zijn in het Vlaams-Nederlandse grensgebied” en daarmee de regio duidelijk op de Europese kaart zetten. Aan beide zijden van de grens wordt op dit moment op verschillende bestuurlijke niveaus gewerkt aan (ruimtelijke) visiedocumenten. Door middel van deze Strategische Grensvisie worden de ambities, visies en plannen geïntegreerd in een gezamenlijk gedragen document afgewerkt. Het doel is om met dit gezamenlijke verhaal ingrediënten en concrete initiatieven tot samenwerking op te starten. Hierdoor krijgt de grensoverschrijdende samenwerking tussen Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen en Zeeland meer gestalte en wordt de regio er als geheel in meerdere opzichten beter van. De functie van de grensvisie is in dit geval tweeledig: enerzijds om bestaand provinciaal beleid binnen de drie provincies aan te scherpen en een gezamenlijke agenda op te stellen voor het Interreg programma van Vlaanderen en Nederland.

1

Proces

De grensvisie is opgesteld door en in onderlinge samenwerking met de drie provincies: Zeeland, Oost- Vlaanderen en West-Vlaanderen. Het opstellen ervan verliep door middel van het beantwoorden van de vragen in drie stappen:

  • Welke regio zijn we?
  • Welke regio willen we zijn?
  • Welke prioritaire thema’s werken we gezamenlijk uit?

1

Resultaat

Het resultaat van dit proces is een grensvisie bestaande uit vier verhaal- of krachtlijnen (H2) die het gezamenlijke gedeelde ambitieniveau van de regio onderstrepen. Hieraangekoppeld zijn vijf handelingsperspectieven opgenomen (H3) die gericht onderzoeks- of actieprogramma’s kunnen voortbrengen en een aanzet geven tot de agenda voor het komende Interreg VI-programma Vlaanderen-Nederland.

Op visieniveau zijn er tussen het beleid aan weerszijden van de grens geen grote tegenstellingen geconstateerd. Ook op projectniveau worden er op tal van terreinen resultaten geboekt. Maar op strategisch niveau bestaat er een omissie. De grensvisie moet ertoe bijdragen dat strategieën beter op elkaar aansluiten. Hoe kunnen we de prioritaire thema’s vertalen vanuit de visie naar een strategische gedachte?

De vijf handelingsperspectieven geven prioriteit aan een gezamenlijke zoetwaterstrategie (hoe gaan we om met zoetwaterbuffers, vraag en aanbod aan beide zijden van de grens?), een netwerkstrategie voor de energietransitie (hoe kunnen de energienetwerken op elkaar aansluiten en waar landt de offshore energie opslag?), een integraal toeristisch perspectief voor de regio (kunnen kust-, steden- en landschapstoerisme meer van elkaar profiteren?) een collectieve mobiliteitsstrategie voor openbaar vervoer en fiets (hoe zorgen we voor robuust bereikbare dorpen en steden? Kunnen we regionale fietsroutes aan elkaar koppelen?) en een strategie voor een innovatieve en kennisgedreven economie (hoe zorgen we onder andere voor sterke grensoverschrijdende clusters van onderzoeks- en kennisinstellingen). Daaraan gekoppeld wordt ingezoomd op drie deelgebieden (H4) waar deze grensoverschrijdende samenwerking gestalte heeft gekregen en waar de handelingsperspectieven een bijdrage aan kunnen leveren.